De geschiedenis van het museum

Het Corrie ten Boomhuis is sinds 1988 een 'open huis', waar bezoekers worden rondgeleid en de geschiedenis van de familie Ten Boom verteld wordt. Het huis heeft een lange geschiedenis en is gebouwd rond 1600 voor de schout van Haarlem.

Familie ten Boom

Willem ten Boom begon in 1837 in dit pand een klokken- en horlogewinkel. Met zijn gezin woonde hij boven de winkel. De woning en de winkel werden later doorgegeven aan zijn zoon Casper en vervolgens aan Corrie, de dochter van Casper. De familie Ten Boom bestond uit toegewijde christenen, die hun levens in dienst stelden van hun medemensen. Door de jaren heen waren ze zeer betrokken bij allerlei maatschappelijke activiteiten in Haarlem. Hun geloof inspireerde hen om dienstbaar te zijn in hun kerkelijk werk en voor de gemeenschap in zijn algemeenheid. In de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw namen zij veel pleegkinderen in huis, waarvan de ouders actief waren op het zendingsveld.

Een schuilplaats in de Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de woning van de Ten Booms een schuilplaats voor degenen die voor de nazi’s op de vlucht waren. Door aan zulke mensen onderdak te bieden, stelden Casper en zijn twee dochters Betsie en Corrie hun levens in de waagschaal. Maar met dit geweldloos verzet tegen de nazi-onderdrukkers brachten zij hun christelijk geloof in de praktijk. In 1943 en 1944 waren er voortdurend vijf á zes personen ondergedoken in de woning: enige Joden en leden van de Ondergrondse. Buiten deze personen waren er ook die, in afwachting van een ander 'veilig huis' slechts enige uren of een paar dagen bij de Ten Booms verbleven. Door het werk van de familie Ten Boom en hun vele vrienden en medewerkers van de “BéJé-groep” werden waarschijnlijk zo’n 800 Joden en andere voortvluchtigen gered.

Arrestatie

Op 28 februari 1944 werd de familie verraden en viel de SicherheitsDienst van de nazi’s hun woning binnen. Die dag werden meer dan 30 personen gearresteerd, waaronder vader Casper en zijn twee thuiswonende dochters Betsie en Corrie, alsmede Corrie’s broer Willem, zus Nollie en neef Peter.
Hoewel de SD veel bezoekers arresteerden, konden ze de personen waarvoor ze eigenlijk kwamen, niet vinden. Achter een extra muur in de slaapkamer van Corrie zaten twee Joodse mannen, twee Joodse vrouwen en twee leden van de Ondergrondse veilig verstopt. Op slinkse wijze konden leden van het politieverzet na ruim 47 uur de mensen uit hun “schuilplaats” bevrijden, terwijl de SD het huis nog steeds bewaakte. De vier Joden werden naar andere veilige huizen gebracht. Drie van hen overleefden de oorlog. Een van de twee leden van de Ondergrondse werd helaas tijdens de bezetting omgebracht, maar de ander overleefde de oorlogsjaren.

Gevangenis en concentratiekamp

Vader Casper overleed 10 dagen na zijn arrestatie in de gevangenis te Scheveningen. Betsie en Corrie werden eerst vanuit de gevangenis te Scheveningen overgebracht naar het kamp Vught en hierna op transport gesteld naar het concentratiekamp Ravensbrück.
Het leven in dat kamp was bijna ondragelijk, maar ook daar vertelden Betsie en Corrie hun medegevangenen van de liefde van Jezus. Door dat getuigenis van deze twee vrouwen werd een groot aantal medegevangenen christen. Betsie overleed op 59-jarige leeftijd in Ravensbrück, maar Corrie overleefde op wonderlijke wijze het concentratiekamp.

Vrijlating en verkondiging van de boodschap

Na haar vrijlating uit het kamp Ravensbrück trok Corrie de wereld door om iedereen te vertellen: “Er is geen put zo diep, of Gods liefde gaat nog veel dieper” en “God zal ons de liefde geven om onze vijanden te vergeven” In meer dan 30 jaar bezocht Corrie meer dan 60 landen om te getuigen van Gods liefde en mensen te bemoedigen met de boodschap: “Jezus is Overwinnaar”. Op haar 91e verjaardag op 15 april 1983 overleed deze bijzondere vrouw.

Meer weten over de geschiedenis? Bekijk de interactieve tijdlijn van de geschiedenis van de familie Ten Boom!